Jaarbericht 2020 gepubliceerd
Vandaag publiceert het Openbaar Ministerie (OM) het jaarbericht over het jaar 2020. In maart maakte het OM al de eerste criminaliteitscijfers bekend over vorig jaar. In het jaarbericht dat vandaag verschijnt, worden deze en andere cijfers nader toegelicht. Verder wijst Collegevoorzitter Van der Burg op het belang van stabiele, meerjarige financiering voor het OM, en voor de andere organisaties in de strafrechtketen.
Nieuw in 2020 waren de coronagerelateerde misdrijven en overtredingen. Ook het criminaliteitsbeeld veranderde: minder inbraken, meer cyber- en online criminaliteit, zoals bijvoorbeeld whatsappfraude.
Van de onderzoeken naar criminele samenwerkingsverbanden die worden uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de arrondissementsparketten, richtte het merendeel zich op de productie van en handel in drugs en het witwassen van de daarbij verdiende winsten. Het aantal onderzoeken naar synthetische drugs nam vorig jaar verder toe; een stijging van 19 procent ten opzichte van het jaar daarvoor.
Werknemers met een publieke taak
De tendens dat werknemers met een publieke taak, zoals lokale bestuurders, politie-agenten, buschauffeurs, ambulancepersoneel en bijvoorbeeld baliemedewerkers bij sociale diensten, steeds vaker het slachtoffer worden van strafbare feiten was ook het afgelopen jaar zichtbaar. Het afgelopen jaar zijn ook leden van het Outbreak Management Team, dat het kabinet adviseert over het coronabeleid, geïntimideerd en bedreigd.
Naast een lichte stijging van het aantal zaken, is in 2020 ook een lichte verschuiving te zien in het soort feiten: van iets minder beledigingen en eenvoudige mishandelingen enerzijds naar iets meer openlijk geweld, bedreigingen, zware mishandelingen/geweldsmisdrijven anderzijds.
Werknemers met een publieke taak hebben een belangrijke maatschappelijke functie te vervullen en zij moeten ongestoord hun werk kunnen doen. Het OM treedt daadkrachtig en consequent op bij agressie en geweld tegen hen en hanteert als strafuitgangspunt een 200 procent hogere strafeis als signaal dat dit soort crimineel gedrag niet wordt geaccepteerd.
Minder zittingscapaciteit door corona
Door de coronapandemie konden twee maanden lang nauwelijks strafzaken worden behandeld. De reeds aanzienlijke voorraad aan nog op zitting te plannen strafzaken nam nog meer toe.
Nadat vanaf 11 mei de zittingen weer waren opgestart, hebben de meervoudige zaken (rechtszaken behandeld door drie rechters) en jeugdzaken prioriteit hebben gekregen boven de politierechterzaken (rechtszaken behandeld door één rechter).
Uiteindelijk is het gelukt om aan het eind van 2020 de voorraad zaken al behoorlijk terug te brengen, mede doordat er minder zaken instroomden bij het OM. De voorraad zaken meervoudige kamer en de voorraad zaken voor de kinderrechter is snel geslonken en was eind december al op het streefniveau van 17 maart. De voorraad politierechterzaken is eveneens geslonken.
Onderzoeken Rijksrecherche
De coronapandemie heeft in 2020 geen gevolgen gehad voor het aantal onderzoeken dat is uitgevoerd door de Rijksrecherche, het OM-onderdeel dat onderzoek doet naar mogelijk strafbaar gedrag gepleegd door ambtenaren. De Rijksrecherche voerde 113 oriënterende, feiten- en strafrechtelijke onderzoeken uit, waarvan 20 lek- en 36 corruptiezaken. Lekonderzoeken zijn onderzoeken naar een mogelijke schending van de geheimhoudingsplicht en corruptieonderzoeken zijn onderzoeken naar ambtelijke omkoping.
Het Team Spoedeisende Inzet (TSI) van Rijksrecherche onderzocht in totaal 43 zaken. TSI onderzoekt het optreden van opsporingsambtenaren in incidenten waarbij sprake is van zwaargewonde of dodelijke slachtoffers. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om het overlijden van personen door vuurwapengebruik of personen die zijn ingesloten in een politiecel of in de arrestantenbus. In de door de Rijksrecherche onderzochte TSI-zaken waren zestien dodelijke slachtoffers te betreuren, van wie vijf dodelijke slachtoffers in schietincidenten.
Stabiele financiering
In het voorwoord van het jaarbericht vraagt Collegevoorzitter Van der Burg aandacht voor het belang van stabiele, meerjarige financiering voor het OM, en voor de andere organisaties in de strafrechtketen. “Jarenlang hebben we pijnlijk moeten bezuinigen, en nog jarenlang blijven we dat voelen. Als de misdaad bij ons gedwongen op de plank blijf liggen, blijft de rechtvaardigheid ernaast liggen. Je kan niet zeggen: het gaat economisch niet goed, dus doen we ook maar een onsje minder rechtsstaat. De oplossing ligt nu niet in incidenteel geld voor de politie of OM. Ook of juist in tijden van tegenspoed is stabiele meerjarige financiering van de gehele keten broodnodig. Het gáát niet om wat het OM van de politiek vraagt. Het gaat erom wat de hele keten – politie, OM, Slachtofferhulp Nederland, reclassering, advocatuur en rechtspraak – ons land kan bieden.”
Recent kreeg dit betoog bijval vanuit de wetenschappelijke hoek. Het WODC heeft onderzoek gedaan naar de financiering van het OM, politie en Rechtspraak en concludeert, net als de organisaties, dat de huidige financiering risicovol is voor de continuïteit van de organisaties en samenwerking in de weg zit.